Sally het Vetplantje

Sally het Vetplantje kan met garen naar eigen keuze worden gehaakt. Houd er rekening mee dat je goed kijkt of het garen past bij het formaat haaknaald wat je gebruikt.

Je haakwerk wordt bij gebruik van dezelfde maat haaknaald en garen ongeveer 20 cm (inclusief mandje). 

Benodigdheden

• Haaknaald 2.5 mm & 6.0 mm
• 1x Yarn and Colors must-have Blue Yucca (118)
• Een klein beetje Scheepjes Catona 406 Soft Beige
• 1x Bobbiny natural
• Een schaar
• Wolnaald
• Oogjes 8 mm
• Vulling

Het patroon

Tip: ga pas vastnaaien als je alle onderdelen af hebt. 

Beentjes (x2)

Lijf

Vul de beentjes licht op (tip: gebruik je haaknaald om de vulling in de beentjes te duwen).

Vul het lijfje.

Plaats de oogjes. Houd 7-8 steken tussen de oogjes. Plaats de oogjes ter hoogte van toer 31-32. Vul het hoofd, let er hierbij op dat je ook de nek goed opvult. Je kunt er eventueel voor kiezen om de nek te verstevigen met bijvoorbeeld chenille draad, ijzerdraad of satéprikkers. Let erop dat er geen scherpe uiteindes meer aan zitten en dat het volledig in het haakwerk blijft zitten.

Hecht af, laat een lange draad over. Haal de draad door de overgebleven steken en sluit het hoofd. Werk alle uiteindes weg.

Armpjes (2x)

Haak met 4 hv de tegenover elkaar liggende steken aan elkaar. Je hoeft de armpjes niet te vullen. Mocht je toch erg graag de armpjes willen vullen, let er dan goed op dat je maar héél weinig gebruikt.

Hecht af en laat een lange draad over voor vastnaaien.

Naai de armpjes vast ter hoogte van toer 18-19, aan de zijkant van het lijfje, op dezelfde lijn als de beentjes.

Hoedje

Hecht af en laat een lange draad over voor vastnaaien. Naai het hoedje bovenop het hoofdje vast. Aan de voorkant van het hoofdje komt de rand van het hoedje ter hoogte van toer 34-35. Aan de achterkant van het hoofdje zit de rand van het hoedje ter hoogte van toer 26-27.

Blad 1 - groot (5x)

Hecht af. Werk de draad netjes weg.

Tip: laat bij minimaal één blad een lange draad over voor vastnaaien. 

Blad 2 - medium (4x)

Hecht af. Werk de draad netjes weg.

Blad 3 - klein (3x)

Hecht af. Werk de draad netjes weg.

Bladen aan elkaar haken

Het kan tijdens het vasthaken wat rommelig werken. Het wordt uiteindelijk een spiraal waarin je van groot blad naar klein blad werkt.

Stap 1: begin met een opzetlus.

Neem blad 1 (groot) en haak 3 hv in de onderkant. Na de 3e hv zet je het volgende blad (groot) op de haaknaald. Haak ook hierin 3 hv. Herhaal dit tot je alle grote bladen hebt gehad (5 stuks).

Stap 2: neem nu het eerste medium blad. Zet deze op de haaknaald en haak 2 hv. Neem het volgende blad (medium) en haak ook hierin 2 hv. Haak zo in alle medium bladen 2 hv.

Stap 3: neem dan het eerste kleine blad en haak 2 hv. Haak zo in alle drie de bladen 2 hv.

Stap 4: hecht af, laat een lange draad over voor vastnaaien. Nu ga je met deze (en de eventuele andere draden die je aan de bladen hebt overgelaten) de bladen steviger vastzetten.

• Zorg dat de drie kleine bladen bovenop komen te zitten, en de grote bladen helemaal onderaan.
• Steek de naald van boven aan - door het kleine blad > middel blad > grote blad - tot je helemaal onderaan weer naar buiten komt. Steek dan terug omhoog door de bladen heen. Herhaal dit een aantal keer, gebruik hiervoor eventueel ook de overgelaten draad van de bladen.
• Zet daarna alle bladen aan elkaar vast door de zijkanten met een steekje aan elkaar vast te naaien. Ga op middenhoogte van het blad aan de rand naar het volgende blad op dezelfde hoogte. Zet deze aan elkaar vast.

Wanneer je tevreden bent met de bladen, kun je het geheel op het hoofdje vastnaaien. Naai het midden op het hoedje vast.

Tip! Heb je niet voldoende draad meer over voor vastnaaien? Knip dan een nieuwe draad af van de bol en doe de draad door de naald. Maak nu door een van de lusjes aan het haakwerk een (dubbel) knoopje. Zorg dat het knoopje goed blijft zitten, op een zo onzichtbaar mogelijke plek, zodat het netjes weggewerkt kan worden. Ga vanaf dit punt weer verder met vastnaaien. 

Mandje

De bodem wordt in spiraal gehaakt. Daarna wordt iedere toer met een hv gesloten. Let erop dat je de halve vaste in de toer daarna steeds overslaat. Controleer het aantal steken van je toer om er zeker van te zijn dat je geen steken teveel/te weinig hebt.

Je begint een toer altijd met een losse. Deze sla je over als je de toer met een hv sluit.

Hecht af. De draad netjes wegwerken: haal de naald onder de volgende steek door (voor naar achter), ga dan terug naar de vorige steek en steek in onder alléén de achterste lus. Werk dan de draad netjes weg.

Wil je het mandje met een andere soort garen haken? Geen probleem! Je kunt het mandje vergroten/verkleinen door meer of minder toeren voor de bodem te haken. De bodem eindigt altijd met een toer in de achterste lussen, waarna je 1 vaste in iedere steek blijft haken om hoogte te krijgen. Als je dus de bodem in de gewenste doorsnede maakt, wordt dat de breedte van je mandje.

Toer 1 t/m 5 vormen de bodem. 

Wil je het kleiner maken? Haak dan een x aantal toeren minder. 

Wil je het groter maken? Zorg er dan voor dat je in iedere volgende toer steeds met 6 steken blijft meerderen. In toer 5 haak je nu namelijk 3 v en een meerdering (en dat 6x). In toer 6 zou je dan 4 v en een meerdering (6x), in toer 7 haak je dan 5 v en een meerdering (6x), en zo blijf je dit steeds verhogen. 

Details aanbrengen

• Wangetjes en bladen kleuren: gebruik een schoon make-up borsteltje en blush of lichte roze gekleurde oogschaduw. Breng dit beetje bij beetje op de punten van ieder blaadje aan. Neem liever meerdere keren een klein beetje, dan teveel in één keer.
  Je kunt ook onder de oogjes wat kleur aanbrengen.
• Glimlachje borduren: gebruik zwart garen en een naald. Steek de naald naar binnen en kom ongeveer 2 tot 3 steken verder weer naar buiten, afhankelijk van hoe groot je het glimlachje wilt maken. De mondhoeken komen ter hoogte van toer 28-29. Ga dan met de naald weer terug naar de plek waar je naar binnen hebt gestoken. Trek de draad niet volledig door! Steek opnieuw op deze plek naar binnen. Ga dit keer schuin naar beneden, zodat je in het midden van het glimlachje uitkomt, tussen toer 27-28. Zet daar de draad vast (kom naar buiten, ga om de draad heen, steek op exact dezelfde plek weer in naar binnen). Werk nu de draad weg.